Character sheet Leeftijd: 14 years. Partner: A cookie ♥ Team: //
Onderwerp: Naamloos verhaal, suggestisch mogelijk! zo nov 01, 2009 10:44 pm
Haay :3 Ik ben begonnen met een verhaal, etc. etc.. xD En dat ga ik hier posten! :3 Het heeft nog geen naam, maar jullie mogen dingen voorstellen =D Hoofdstuk één:
Spoiler:
De Storm.
Een donkere gedaante raasde door het bos. Niemand wist wat het was, of waar het heen ging. Het was alleen. Het was vreemd dat de Pokémon zich vertoonde. De rest school voor de storm die eraan kwam. Het weer was echter nog niet stormachtig. Het was juist overdreven rustig. Er was geen enkel teken dat de wind waaide. Het enige dat duidelijk maakte dat er storm aankwam waren de wolken die de sterren verborgen. In de totale duisternis bleef het wezen rennen, tot het het bos uit was. Pas toen waaide de wind en werd het duidelijk wat voor een ramp het gebied te wachten stond...
Bomen waaiden om terwijl de regen de rivieren liet overstromen. Nog nooit was er een storm met zo'n kracht over de vallei getrokken. De lucht was zo donker dat het nacht had kunnen zijn. Af en toe hoorde je een gil, die dan langzaam wegstierf, terwijl het geluid met de gierende wind werd meegenomen. Er was echter één wezen dat zich niet verborg. Zij vocht voor haar geboorteland. Grote blauwe volken kwamen van haar lichaam. De Pokémon brulde hard, om te laten horen dat zij vocht. Zij, als enige.. Maar ze vertrouwde erin. De donder sloeg in op de Pokémon, waardoor het duidelijk werd welke Pokémon haar vaderland beschermde. De Manectric was nat van de regen, maar de donder deed haar niks. Ze absorbeerde het alsof ze het opdronk. Weer brulde ze, waarna ze de donder terug stuurde. Een harde knal klonk vanuit de lucht, en de aarde leek te trillen. Een groot gat ontstond in de wolken. De felle zon scheen door een gat. De Manectric werd verlicht, en nu was haar aparte glans beter te zien. Haar vacht was niet blauw, maar zwart. Haar ogen waren feller dan die van de normale Manectric. Verschillende Pokémon kwamen uit hun schuilplaatsen om de Manectric te bedanken, maar zij gromde dat ze terug moesten gaan. "De storm is nog niet gaan liggen." Zei ze. Haar stem was net zoals haar uiterlijk: het straalde een aparte kracht uit die een normale Manectric nooit zou hebben. Zonder nog een woord te zeggen vertrok ze naar andere plekken waar de storm nog wel raasde. Buiten het bos had de storm een heel ander effect. Hele stukken land waren overstroomd, en je kon het water bijna zien stijgen. Slachtoffers van het stijgende water dreven roerloos door de plassen. Zelfs verschillende Water Pokémon hadden het niet overleefd. De Manectric keek kalm naar de dode lichamen. Ze nam een slok van het water, en haar hele uitdrukking veranderde; het proefde naar rivier. Dat betekende dat ze al te laat bij de rivier zou zijn. Ze draaide haar kop om, naar het gat in de wolken boven het bos, wat al bijna weer dicht was. Ze kon niks meer doen... Niemand had verwacht dat de storm zo sterk zou zijn. Hoog in de lucht probeerde Vlieg Pokémon te ontsnappen, maar ze kwamen geen centimeter vooruit. Uiteindelijk zouden ze uitgeput en doorweekt neerstorten, en bij de andere doden in het water vallen. Maar toch vroeg de Manectric zich iets af. Iedereen had de storm aangevoeld, maar waarom was niemand gevlucht? Zíj was gebleven om haar geboorteland te beschermen, maar de rest.. Ze waren allemaal angstig weggekropen, in de hoop te overleven. Niemand was slim genoeg geweest te vluchten. De Manectric brulde hard, als teken dat ze er vandoor ging. Deze vernietiging was niet te stoppen als zij het alleen deed, en niemand anders was blijkbaar in staat te vechten. Ze vluchtte het gebied uit, langs grote plassen en vele dode lichamen van Pokémon die te laat hadden geprobeerd te vluchten. Achter haar, in het bos vermoedde ze, sloeg de bliksem in. Het werd gevolgd door een oorverdovende knal, en ze wist dat het gebied verloren was. Dat waar zij voor had gevochten was verloren gegaan.. Alles was ze daar had meegemaakt, van haar geboorte tot de geboorte en het overlijden van haar kind, was verloren. Ze zou haar leven opnieuw moeten opbouwen in een nieuw gebied. Die gedachte maakte haar misselijk. Haar familie was wél zo slim geweest te vluchten, omdat zij dat had gevraagd. Zij waren veilig, maar haar partner en vrienden.. Ze vertraagde haar pas, en keek om zich heen. Overal waar ze keek kwam er geen eind aan het donker. Overal waar ze liep zakten haar voeten steeds dieper. Maar zij gaf niet op, want ze wist dat de storm zou gaan liggen. Als ze niet wou verdrinken moest ze omhoog, maar als ze in een boom ging zitten was er de kans dat daar de bliksem insloeg. Er was maar één oplossing. ver, heel ver weg gaan, en haar thuis voorgoed achter zich laten. Misschien, héél misschien zou ze terugkomen en haar oude leventje weer oppakken, maar voorlopig zou ze rondzwerven. Ze stopte met lopen, en bleef staan in de gutsende regen. "Alles, alles ben ik kwijt.." mompelde ze in zichzelf. "Het Lot heeft mijn leven verkloot. Nu zal ik het Lot verkloten." Ze trok haar bovenlip grommend op, en richtte haar kop naar de lucht. "Na alles wat ik heb gedaan verdien ik dit niet!" riep ze. Haar uitdrukking werd kwader en kwader, terwijl ze naar de donkere wolken boven haar staarde. "IK ZAL WRAAK NEMEN! NIEMAND KAN MIJN GEBOORTELAND VERWOESTEN EN ERMEE WEGKOMEN! OOIT, ZEG IK, OOIT NEEM IK WRAAK, EN HET ZAL ZÓ ZOET ZIJN!" Haar stem galmde over de vlaktes. Haar geschreeuw kwam maar net boven het lawaai van de regen uit. "EN IEDEREEN ZAL MIJN NAAM KENNEN! IEDEREEN ZAL HET LATER HEBBEN OVER CLIN, DE MANECTRIC DIE SLIMMER WAS DAN HET LOT!" De regen overstemde haar, terwijl ze uitgeput in elkaar zakte. Clin moest volhouden en zichzelf redden, maar haar energie was op. Door de dichte regen heen zag ze een gedaante naar haar toe komen. Hij zat onder het bloed, en had duidelijk gevochten, maar wat het was kon ze niet zien. "Klim op mijn rug. Ik weet een schuilplaats." Zei de stem van de gedaante. Clin kon niet anders dan met hem mee gaan. Als ze hier zou blijven zou ze toch sterven, en wie weet sprak de gedaante de waarheid wel. De twee trokken een heel eind de berg op. De onbekende moest Clin meerdere malen ondersteunen. “Geen zorgen, we zijn er zo..” herhaalde de onbekende Pokémon steeds. Clin kende hem niet, dus hoe kon ze hem nou geloven? Maar, aan de andere kant, was het haar enige kans op overleving. Ze moest wel.. Pas na een lange tocht voelde Clin de grond horizontaler worden en voelde ze geen regen meer op zich neer denderen. Dit gevoel was zo verwarrend, dat haar hoofd helemaal leeg raakte. Langzaam drong het tot Clin door waar ze was. Ze knipperde met haar ogen, terwijl ze voor zich uit staarde. Voor zich zag ze een grote lichtvlek waar de regen achter naar beneden kletterde. Ze draaide haar kop om om achter haar te kunnen kijken. Een aantal groepjes Pokémon zat angstig in elkaar gekropen om elkaar warm te houden. Een gedaante verscheen in de opening. Het strompelde uitgeput naar binnen, helemaal doorweekt. Het had een lichaam op zijn rug. Clin stond op om te gaan kijken. Rustig liep ze naar de twee toe. Nu viel het haar op wat de gedaante was. Het was dezelfde Pokémon als die haar gered had, en hij zag er vreselijk uit. Zijn vacht zat vol met verdund bloed, en zijn mes was afgebroken. Hij keek naar Clin met een bezorgde blik in zijn ogen. Clin liet haar blik naar de gedaante glijden die hij op zijn rug had. Ze snakte even naar adem, en haar ogen werden groot. Op de rug van de Absol lag.. haar partner. Hij ging liggen, zodat Clin beter bij hem kon. "Nee..." mompelde ze in zichzelf. Ze ging tegen het ijskoude lichaam aan liggen. Tranen gleden over haar wangen, op de doorweekte grond. De Absol keek toe terwijl zij op de grond lag bij haar dode partner.. "Waar?" vroeg ze kortaf. De Absol leek dit verwacht te hebben. Hij antwoordde zo kalm en zo.. normaal. "Midden in een veld. Hij was uitgeput, maar leefde nog toen ik hem vond." Clin keek op, en staarde strak naar de Absol. Hij straalde iets uit, iets wat bijna niemand uitstraalde. "Wat is je naam?" vroeg Clin, terwijl ze opstond. "Acier." Antwoordde de Absol. "Clin." Clin knikte even uit beleefdheid, en keek toen weer naar haar partner. Het was verschrikkelijk hem zo te zien. Ze wist dat ze iedereen kwijt was, maar alsnog deed het pijn. Ze had gehoopt dat haar partner het zou overleven, al wist ze dat de kans heel klein was. Langzaam wendde ze haar blik van hem af, en staarde ze naar de grond. Zachte voetstappen galmden door de grot. "Misschien zijn er nog een paar overlevenden.." klonk de stem van Acier. Een schaduw viel de grot binnen, wat duidelijk maakte dat hij voor de opening stond. Met een zacht, ruisend geluid verdween de schaduw, net als Acier. Clin keek steeds weer naar het lijk van haar partner. Ze moest hem vergeten, en er was maar één manier om dat goed te kunnen. Ze greep het lijk vast, en liep naar de opening van de grot. Het water slokte de onderste delen van de bomen al helemaal op. Overal dreven dode Pokémon. Clin twijfelde niet, en wierp het lijk naar beneden. Het zicht was erg slecht, waardoor het lijk al snel uit het zicht verdween. Clin draaide zich om. Langzaam stapte ze terug de grot in, om zich met de andere Pokémon te mengen. Het duurde lang voor Acier terugkeerde. Clin had een tijdje geslapen en was net wakker toen hij de grot binnen strompelde. In zijn bek had hij een klein, bruin bolletje. Hij stapte naar de Pokémon achter in de grot, en legde het neer. Het was een zeer jonge Eevee. "Als we samen werken, redden we het." Zei Acier, die zich inmiddels weer omdraaide en naar buiten keek. Clin volgde zijn blik. De regen viel nog even hard naar beneden als eerst. Het leek er niet op dat het snel zou stoppen met regenen. Clin liet haar blik naar Acier glijden. "De storm gaat niet snel liggen." zei ze kalm. "Dat weet ik." antwoordde Acier, net zo kalm als zij. Langzaam stapte hij naar de opening toe, waar hij ging zitten. Clin stond op en ging naast hem zitten. "Moet je niet meer Pokémon redden?" vroeg ze, terwijl ze strak naar buiten staarde. "Nee. Deze Eevee had geluk dat hij nog leefde. De rest is dood." Regendruppels spatten in Clin's gezicht, maar zij negeerde die. Rustig dacht ze nog eens goed na over alles. Iedereen waar ze van hield was ze kwijt. Bijna alle Pokémon in het dal waren verdronken. Het dal liep langzaam helemaal vol met water. De regen bleef maar vallen, en vallen, en vallen... Het was vreselijk slaapverwekkend. "Acier?" De regen vaagde Clin's stem bijna weg. 'Ja, Clin?" Acier draaide zijn kop om, en keek naar Clin. "Ik heb een doel, en jij volgens mij ook. Het lijkt mij een goed idee samen te werken om onze doelen te voltooien." Nu draaide ook Clin haar kop om naar Acier. Hij grijnsde, en knikte. "Zodra de storm weg is." Beide Pokémon draaiden hun koppen weer om. Weer drongen er gedachten Clin's kop binnen. Zoals het er nu uitzag zou de storm niet stoppen. Zouden ze dan nooit weg kunnen? En al die arme Pokémon in de grot. Clin snoof onhoorbaar. Zij hadden hun kans gehad. Als ze haar hadden geholpen met het verdedigen stond het dal nu misschien niet vol water. Clin stond op, en liep naar achteren. Ze was moe, en wou gaan slapen. Misschien, héél misschien zou de storm zijn opgehouden als ze wakker werd. Met dat kleine beetje hoop viel Clin geleidelijk in slaap, tegen alle andere Pokémon aan.
Eventuele fouten moeten gemeld worden ;p
Korte beschrijving: Het gaat over Clin, een Shiny Manectric, die alles verliest door een verwoestende storm. Ze gaat op reis en doet vanalles, enzo x'D Ze ontmoet een Absol, wiens mes afgebroken is, en een Mightyena die dor de mensen is gemuteert.. Met deze twee gaat ze op reis, om uiteindelijk het Lot te verslaan, enzo.. :3
Nou, veel leesplezier =D
EDIT: Poll voor de naam toegevoegd! Ideetjes mag je nog steeds insturen in dit topic
Laatst aangepast door Ayrin op wo nov 04, 2009 1:10 am; in totaal 4 keer bewerkt
Character sheet Leeftijd: 14 years. Partner: A cookie ♥ Team: //
Onderwerp: Re: Naamloos verhaal, suggestisch mogelijk! zo nov 29, 2009 6:19 pm
Hoofdstuk 1 & 2 zijn samengevoegd omdat de hoofdstukken erg kort waren.. Hoofdstuk 2 (wat eerst H. 3 was) word ook een stuk langer. && ik denk dat ik niet verder ga, aangezien toch bijna niemand het lijkt te lezen. De enige twee waarvan ik zeker weet dat ze het hebben gelezen zijn Maaike & ikzelf.. ¬¬ Dus, als je neit wil dat ik stop moet je het zeggen enzo..